Situatie
Duitsland was al sinds 1963 verwikkeld in de bilaterale ontwikkeling van de Kampfpanzer 70 samen met Amerika. Uit deze samenwerking zou een hyper moderne vervanger voor de verouderede M48 ‘Patton’ vloot voort moeten komen. Deze tank zou meteen de Leopard 1 opvolgen tegen de tijd dat die ook verouderd was (de Leopard 1 ging pas in 1965 in productie).
Toen rond 1968 duidelijk begon te worden de Kampfpanzer 70 gedoemd was te falen zaten Duitsland en Amerika zonder opvolger van hun huidige vloot.
Toen rond 1968 duidelijk begon te worden de Kampfpanzer 70 gedoemd was te falen zaten Duitsland en Amerika zonder opvolger van hun huidige vloot.
Experimental entwicklung
Omdat de overeenkomst met Amerika verbood een tank op nationaal niveau te ontwikkelen werd Porsche (producent Leopard 1) in 1968 de opdract gegeven om onderzoek te doen naar nieuwe, verbeterde componenten voor de Leopard 1. Dit project kreeg de naam ‘Experimental entwicklung’ , experimentele ontwikkeling. Er werden in 1969 twee prototypes gebouwd: PT 1 en PT 2. In sommige gevallen worden deze prototypes ook aangeduid als ‘Erprobungsträger’ , test drager.
De prototypes PT 1 en PT 2 waren in dezelfde stijl gebouwd als de Leopard 1 en hadden zo ook hetzelfde soort afstandsmeter (zweifach-Entfernungs-messer, stereoscopische afstandsmeter). Dit type afstandmeter had een grote inpact op de vorm van de koepel, omdat er gebruik wordt gemaakt van twee vizieren, elk aan een zijde van de koepel. Laser afstandsmeters (die veel compacter waren) werden nog gezien als te onnauwkeurig voor militair gebruik. De koepels van de PT 1 en PT 2 hadden een hoekige vorm, want ze bestonden helemaal uit gelaste schotten. Ditzelfde ontwerp werd later ook op de Leopard 1 A3 en A4 toegepast. Het enige grote verschil met de Leopard 1 was de plaats van de uitlaatroosters. Deze bevonden zich nu aan de achterkant i.p.v. de zijkanten omdat door de sterkere motor het koelsysteem was veranderd.
De Experimental Entwicklung wordt ook wel eens ‘Vergoldeter Leopard’ (vergulde Leopard) genoemd.
De prototypes PT 1 en PT 2 waren in dezelfde stijl gebouwd als de Leopard 1 en hadden zo ook hetzelfde soort afstandsmeter (zweifach-Entfernungs-messer, stereoscopische afstandsmeter). Dit type afstandmeter had een grote inpact op de vorm van de koepel, omdat er gebruik wordt gemaakt van twee vizieren, elk aan een zijde van de koepel. Laser afstandsmeters (die veel compacter waren) werden nog gezien als te onnauwkeurig voor militair gebruik. De koepels van de PT 1 en PT 2 hadden een hoekige vorm, want ze bestonden helemaal uit gelaste schotten. Ditzelfde ontwerp werd later ook op de Leopard 1 A3 en A4 toegepast. Het enige grote verschil met de Leopard 1 was de plaats van de uitlaatroosters. Deze bevonden zich nu aan de achterkant i.p.v. de zijkanten omdat door de sterkere motor het koelsysteem was veranderd.
De Experimental Entwicklung wordt ook wel eens ‘Vergoldeter Leopard’ (vergulde Leopard) genoemd.
Leopard 2 K & Leopard 2 FK
Toen Duitsland zich in januari 1970 terugtrok uit het Kampfpanzer 70 project begon men zich af te vragen wat voor soort nieuwe tank een goede optie was. Aan de twee opties werden de volgende benamingen gegeven:
- Leopard 2 FK (Flügkorper, raket) beschikte over een kanon dat zowel normale als geleide projectielen kon afvuren zoals de Kampfpanzer 70. Dit concept werd in het leven geroepen door de BWB (federale bureau voor defensietechnologie en inkoop) om zo de meerderheid van 'hun' KPz 70 project te redden. Onder de naam ‘Eber’ (zwijn) werd het concept verder ontwikkeld. Het was de bedoeling om een simpele variant van de KPz 70 te ontwerpen met de bestuurder in de romp en hetzelfde kanon als de KPz 70, het 152mm Shillelagh kanon/granaatwerper. Er zijn enkele schaal modellen vervaardigd, maar tot de bouw van een prototype kwam het niet. Het project bleef een studie en het idee werd midden 1970 met rust gelaten.
- Leopard 2 K (Kanone, kanon) beschikte over een normaal kanon zoals de Leopard 1. Dit concept werd onder de naam ‘Keiler’ (zwijn) verder ontwikkeld en nam de Experimental entwicklung als basis.
Prototypes 1e generatie
In begin 1970 besloot de minister van defensie, Helmut Schmidt, dat de prototypes voor de Leopard 2 op basis het Leopard 2 K experimentele voertuig moesten worden gebaseerd. De letter 'K' achter Leopard 2 werd, ondanks dat er geen onderscheid meer nodig was, ook nog tijdens de evaluatie periode van de prototypes gebruikt. De Leopard 2 K zou de motor die voor de Kampfpanzer 70 was ontwikkeld gaan gebruiken om kosten te sparen.
Tussen 1972 en 1974 werden er verschillende prototypes gebouwd. In totaal werden er 16 onderstellen gebouwd die de benaming PT-01 t/m PT-17 kregen (PT-12 werd weggelaten). PT-01 t/m 05 en PT-17 werden gebouwd uit weekijzer (low carbon steel) als kosten besparing. De rest werd gebouwd uit echt pantserstaal.
PT-11 en 17 vallen op door hun loopwerk met maar 6 wielen en pneumatische vering. De pneumatische vering was ook al getest in het KPz-70 project, maar werd ook nu weer afgeschreven op zijn betrouwbaarheid.
Ook werd een totaal van 17 koepels gebouwd met de benaming T-01 t/m T-17. Het hoekige koepel ontwerp van de Experimental Entwicklung werd overgenomen en daarom leken ook deze koepels verdraaid veel op elkaar. De koepels T-01 t/m T-10 waren uitgerust met een 105mm kanon, de rest was uitgerust met een 120mm gladloops kanon. De grootste veranderingen aan de koepel vonden plaats aan de achterzijde. Hier werden een in hoogte verstelbare infrarood lamp en een beeldversterker geinstalleerd, voor het opereren in het donker.
Hieronder een overzicht van verschillende Leopard 2 K prototypen van de eerste generatie.
Wanneer 'XX' wordt gebruikt is het onduidelijk om welk onderstel of koepel het gaat.
PT-11 en 17 vallen op door hun loopwerk met maar 6 wielen en pneumatische vering. De pneumatische vering was ook al getest in het KPz-70 project, maar werd ook nu weer afgeschreven op zijn betrouwbaarheid.
Ook werd een totaal van 17 koepels gebouwd met de benaming T-01 t/m T-17. Het hoekige koepel ontwerp van de Experimental Entwicklung werd overgenomen en daarom leken ook deze koepels verdraaid veel op elkaar. De koepels T-01 t/m T-10 waren uitgerust met een 105mm kanon, de rest was uitgerust met een 120mm gladloops kanon. De grootste veranderingen aan de koepel vonden plaats aan de achterzijde. Hier werden een in hoogte verstelbare infrarood lamp en een beeldversterker geinstalleerd, voor het opereren in het donker.
Hieronder een overzicht van verschillende Leopard 2 K prototypen van de eerste generatie.
Wanneer 'XX' wordt gebruikt is het onduidelijk om welk onderstel of koepel het gaat.
.Prototype PT-06 verschoot.
Duidelijk te zien is dat het loopwerk en de voorkant ingrijpend zijn veranderd. Waarschijnlijk diende dit prototype na de troepen tests nog voor verschillende andere onderzoeken met betrekking tot het loopwerk / vering. Nummerplaat [Y-647098] Deze tank is gevonden op het Sennelager schietterrein van de Bundeswehr, Duitsland Foto's gebruikt met goedkeuring Peter van Iren ©2008 |
|
.
Prototype PT-XX met koepel T-05 (of T-11?). Deze koepel is van boven goed te herkennen aan het ronde montageplatform voor een secundair MK RH202 20mm kanon. De koepels T-05 en T-11 waren uniek in dit opzicht. Alleen koepel T-11 is daadwerkelijk uitgerust met het 20mm kanon.
Deze tank is te zien in het museum Arsenalen in Axvall, Zweden.
Foto's gebruikt met goedkeuring van Daniel Protiwa
Deze tank is te zien in het museum Arsenalen in Axvall, Zweden.
Foto's gebruikt met goedkeuring van Daniel Protiwa
.
Prototype PT-15 met koepel T-02. Deze tank staat op het terrein van de Wehrtechnischen Dienststelle 41 in Trier, Duitsland.
Foto door Sonaz op Wikipedia.de
Foto door Sonaz op Wikipedia.de
.
Prototype PT-10 met koepel T-17 met het 120mm gladloops kanon (prototype en koepel nummer met dank aan het museum).
Helaas is dit prototype in een niet realistisch camouflage patroon geschilderd. Alle prototypes waren totaal olijfgroen, het NATO camouflage patroon bestond destijds nog niet. Nummerplaat [Y-647083]
Deze tank is te zien in Musée des Blindés te Saumur, Frankrijk.
Nota: dit onderstel beschikt al over de geïntegreerde koplampen.
Helaas is dit prototype in een niet realistisch camouflage patroon geschilderd. Alle prototypes waren totaal olijfgroen, het NATO camouflage patroon bestond destijds nog niet. Nummerplaat [Y-647083]
Deze tank is te zien in Musée des Blindés te Saumur, Frankrijk.
Nota: dit onderstel beschikt al over de geïntegreerde koplampen.
Externe invloedDe ontwikkeling is erg beinvloed door een aantal gebeurtenissen die doorslaggevend bleken voor het uiteindelijke ontwerp.
In 1973 vond de Jom-kipoer oorlog plaats tussen Israël en haar Arabische buurlanden. In deze oorlog bleken pantser regimenten die waren opgerukt zonder steun van hun infanterie zeer kwetsbaar voor relatief onnauwkeurige anti-tank wapens zoals de RPG-7. Het was dus van belang dat de opzich licht bepantserde Leopard 2 een zwaardere bepantsering kreeg. De Leopard 2 was gepland als zijnde een MLC 50 tank, hij moest dus in de 50 ton klasse blijven. De bestaande prototypes kwamen al 1,5 ton boven deze richtlijn uit en er moest een oplossing worden gevonden. De firma Wegmann kwam met een nieuw ontwerp voor de koepel, het 'Spitzmaus' ontwerp. Deze koepel zou in plaats van een stereoscopische afstandsmeter een co-relatie afstandsmeter gebruiken met een basis van slechts 320mm. |
Pagina in bewerking...
Aan deze pagina wordt op het moment nog hard gewerkt. Laatste update (4/10/12)